alomvattend

Dutch

Etymology

From al (“all, everything”) +‎ omvattend (“encompassing, inclusive”).

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌɑl.ɔmˈvɑ.tənt/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: al‧om‧vat‧tend

Adjective

alomvattend (comparative alomvattender, superlative alomvattendst)

  1. all-encompassing
    Synonym: allesomvattend

Declension

Declension of alomvattend
uninflected alomvattend
inflected alomvattende
comparative alomvattender
positive comparative superlative
predicative/adverbial alomvattend alomvattender het alomvattendst
het alomvattendste
indefinite m./f. sing. alomvattende alomvattendere alomvattendste
n. sing. alomvattend alomvattender alomvattendste
plural alomvattende alomvattendere alomvattendste
definite alomvattende alomvattendere alomvattendste
partitive alomvattends alomvattenders —
This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.