binst
Dutch
Etymology
From Middle Dutch bin + -s, with a paragogic -t.
Pronunciation
- IPA(key): /bɪnst/
Audio: (file) - Rhymes: -ɪnst
Preposition
binst
- (dialectal) during
- 1926 December 20, “NOODLOTTIGE OPWINDING - Tijdens een voetbal-match plotseling overleden”, in Dagblad van Noord-Brabant[1], Breda, page 2:
- Zondagnamiddag, zonk de heer van Heezebeeck, voorzitter van Beerschot, supporterskring, binst de rust, tijdens den match Beerschot—Football-club Mechelen plots ineen, en overleed tengevloge[sic – meaning ten gevolge] van hartaderbreuk
- Sunday afternoon, Mr. van Heezebeeck, chairman of Beerschot, supporters circle, suddenly collapsed during half-time of the match Beerschot—Football-club Mechelen, and died as result of a ruptured heart artery
References
- van der Sijs, Nicoline, editor (2010), “binst”, in Etymologiebank, Meertens Institute