breedgeschouderd

Dutch

Etymology

From breed +‎ schouder +‎ ge- -d.

Pronunciation

  • Audio:(file)

Adjective

breedgeschouderd (not comparable)

  1. broad-shouldered

Declension

Declension of breedgeschouderd
uninflected breedgeschouderd
inflected breedgeschouderde
comparative
positive
predicative/adverbial breedgeschouderd
indefinite m./f. sing. breedgeschouderde
n. sing. breedgeschouderd
plural breedgeschouderde
definite breedgeschouderde
partitive breedgeschouderds