diepgravend

Dutch

Etymology

From diep +‎ gravend.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈdipˌxraː.vənt/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: diep‧gra‧vend

Adjective

diepgravend (comparative diepgravender, superlative diepgravendst)

  1. probing, in-depth

Declension

Declension of diepgravend
uninflected diepgravend
inflected diepgravende
comparative diepgravender
positive comparative superlative
predicative/adverbial diepgravend diepgravender het diepgravendst
het diepgravendste
indefinite m./f. sing. diepgravende diepgravendere diepgravendste
n. sing. diepgravend diepgravender diepgravendste
plural diepgravende diepgravendere diepgravendste
definite diepgravende diepgravendere diepgravendste
partitive diepgravends diepgravenders