gemiddeld

Dutch

Pronunciation

  • IPA(key): /ɣəˈmɪ.dəlt/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: ge‧mid‧deld

Participle

gemiddeld

  1. past participle of middelen

Declension

Declension of gemiddeld
uninflected gemiddeld
inflected gemiddelde
positive
predicative/adverbial gemiddeld
indefinite m./f. sing. gemiddelde
n. sing. gemiddeld
plural gemiddelde
definite gemiddelde
partitive gemiddelds

Adjective

gemiddeld (comparative gemiddelder, superlative gemiddeldst)

  1. average

Declension

Declension of gemiddeld
uninflected gemiddeld
inflected gemiddelde
comparative gemiddelder
positive comparative superlative
predicative/adverbial gemiddeld gemiddelder het gemiddeldst
het gemiddeldste
indefinite m./f. sing. gemiddelde gemiddeldere gemiddeldste
n. sing. gemiddeld gemiddelder gemiddeldste
plural gemiddelde gemiddeldere gemiddeldste
definite gemiddelde gemiddeldere gemiddeldste
partitive gemiddelds gemiddelders —

Derived terms

This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.