geslaagd

Dutch

Pronunciation

  • Audio:(file)
  • Rhymes: -aːxt

Adjective

geslaagd (comparative geslaagder, superlative geslaagdst)

  1. successful

Declension

Declension of geslaagd
uninflected geslaagd
inflected geslaagde
comparative geslaagder
positive comparative superlative
predicative/adverbial geslaagd geslaagder het geslaagdst
het geslaagdste
indefinite m./f. sing. geslaagde geslaagdere geslaagdste
n. sing. geslaagd geslaagder geslaagdste
plural geslaagde geslaagdere geslaagdste
definite geslaagde geslaagdere geslaagdste
partitive geslaagds geslaagders —

Participle

geslaagd

  1. past participle of slagen

Declension

Declension of geslaagd
uninflected geslaagd
inflected geslaagde
positive
predicative/adverbial geslaagd
indefinite m./f. sing. geslaagde
n. sing. geslaagd
plural geslaagde
definite geslaagde
partitive geslaagds

Anagrams

This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.