gevorderdheid
Dutch
Etymology
From gevorderd (“advanced”) + -heid (“ness”).
Pronunciation
- Hyphenation: ge‧vor‧derd‧heid
Noun
gevorderdheid f (uncountable)
- advancement
- graad van gevorderdheid — degree of advancement
From gevorderd (“advanced”) + -heid (“ness”).
gevorderdheid f (uncountable)