interactief

Dutch

Etymology

Borrowed from English interactive.

Pronunciation

  • IPA(key): /ɪn.tər.ɑkˈtif/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: in‧ter‧ac‧tief

Adjective

interactief (comparative interactiever, superlative interactiefst)

  1. interactive

Declension

Declension of interactief
uninflected interactief
inflected interactieve
comparative interactiever
positive comparative superlative
predicative/adverbial interactief interactiever het interactiefst
het interactiefste
indefinite m./f. sing. interactieve interactievere interactiefste
n. sing. interactief interactiever interactiefste
plural interactieve interactievere interactiefste
definite interactieve interactievere interactiefste
partitive interactiefs interactievers

Derived terms

  • interactiviteit