memoriseren

Dutch

Pronunciation

  • Audio:(file)

Verb

memoriseren

  1. to memorize (US), memorise (UK)

Conjugation

Conjugation of memoriseren (weak)
infinitive memoriseren
past singular memoriseerde
past participle gememoriseerd
infinitive memoriseren
gerund memoriseren n
present tense past tense
1st person singular memoriseer memoriseerde
2nd person sing. (jij) memoriseert, memoriseer2 memoriseerde
2nd person sing. (u) memoriseert memoriseerde
2nd person sing. (gij) memoriseert memoriseerde
3rd person singular memoriseert memoriseerde
plural memoriseren memoriseerden
subjunctive sing.1 memorisere memoriseerde
subjunctive plur.1 memoriseren memoriseerden
imperative sing. memoriseer
imperative plur.1 memoriseert
participles memoriserend gememoriseerd
1) Archaic. 2) In case of inversion.