mooiboy

Dutch

Etymology

Calque of Sranan Tongo moiboi, from moiboifudada (Casanova, playboy; braggart). Equivalent to mooi (pretty, beautiful) +‎ boy (boy). Popularized in the Netherlands in the 2010s.

Pronunciation

  • Audio:(file)

Noun

mooiboy m (plural mooiboys, diminutive mooiboytje n)

  1. (informal) pretty boy, himbo
    • 1924 October 21, “Uit de Rechtzaal [From inside the courtroom]”, in De West[1], page 2:
      Bij het verlaten van de zaal, vatten de twee dames vuur. De verloofde van Elastiki is buiten zichzelve van verontwaardiging, omdat de andere vrouw opmerkt, dat haar oogappel een redi nengre (roode neger) is. Smalend spreekt zij van Mooi-boy.
      As they leave the chamber, the two ladies ignite. Elastiki's fiancée is beside herself with indignation because the other woman remarks that her loved one is a light-skinned Negro. Smirkingly, she speaks of a pretty boy.
    • 1970 July 30, “Mamanten tori. Nog een jorka tori... [Morning tale. Another ghost story...]”, in Vrije Stem: onafhankelijk weekblad voor Suriname[2], page 4:
      Maar baas Alex die bij andere vrouwen als een mooi-boi van Dada doorging[,] bleef zijn uiterste best doen om zijn eigen vrouw voor eeuwig en altijd uit te schakelen totdat dit hem op zekere dag gelukte.
      But Master Alex, who passed as a Casanova with other women, kept doing his utmost to eliminate his own wife for all eternity, until, one day, he succeeded.