ongekoperd

Dutch

Etymology

From on- (un-, not) +‎ gekoperd (coppered).

Adjective

ongekoperd (comparative ongekoperder, superlative ongekoperdst)

  1. not coppered, without a cover, paint, coat or other fit with or like copper or brassware

Declension

Declension of ongekoperd
uninflected ongekoperd
inflected ongekoperde
comparative ongekoperder
positive comparative superlative
predicative/adverbial ongekoperd ongekoperder het ongekoperdst
het ongekoperdste
indefinite m./f. sing. ongekoperde ongekoperdere ongekoperdste
n. sing. ongekoperd ongekoperder ongekoperdste
plural ongekoperde ongekoperdere ongekoperdste
definite ongekoperde ongekoperdere ongekoperdste
partitive ongekoperds ongekoperders

Antonyms