overanalyseren

Dutch

Etymology

From over- +‎ analyseren, possibly a calque of English overanalyze.

Verb

overanalyseren

  1. (transitive, informal) to overanalyze

Conjugation

Conjugation of overanalyseren (weak)
infinitive overanalyseren
past singular overanalyseerde
past participle geoveranalyseerd
infinitive overanalyseren
gerund overanalyseren n
present tense past tense
1st person singular overanalyseer overanalyseerde
2nd person sing. (jij) overanalyseert, overanalyseer2 overanalyseerde
2nd person sing. (u) overanalyseert overanalyseerde
2nd person sing. (gij) overanalyseert overanalyseerde
3rd person singular overanalyseert overanalyseerde
plural overanalyseren overanalyseerden
subjunctive sing.1 overanalysere overanalyseerde
subjunctive plur.1 overanalyseren overanalyseerden
imperative sing. overanalyseer
imperative plur.1 overanalyseert
participles overanalyserend geoveranalyseerd
1) Archaic. 2) In case of inversion.
This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.