overleving

Dutch

Etymology

From overleven +‎ -ing.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌoː.vərˈleː.vɪŋ/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: over‧le‧ving
  • Rhymes: -eːvɪŋ

Noun

overleving f (plural overlevingen)

  1. survival

Derived terms

  • overlevingscriminaliteit
  • overlevingsdelict
  • overlevingsdrang
  • overlevingsdrift
  • overlevingsduur
  • overlevingsinstinct
  • overlevingskans
  • overlevingskracht
  • overlevingskunst
  • overlevingskunstenaar
  • overlevingsmechanisme
  • overlevingspak
  • overlevingspakket
  • overlevingspensioen
  • overlevingsplan
  • overlevingsstand
  • overlevingsstrategie
  • overlevingsstrijd
  • overlevingstechniek
  • overlevingstijd
  • overlevingstocht
  • vijfjaarsoverleving
This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.