pissebed
Dutch
Etymology
Partial calque of French pissenlit. This etymology is incomplete. You can help Wiktionary by elaborating on the origins of this term.
Pronunciation
- IPA(key): /ˈpɪ.səˌbɛt/
Audio: (file) - Hyphenation: pis‧se‧bed
Noun
pissebed m or f (plural pissebedden, diminutive pissebedje n)
- isopod, pill bug, woodlouse: any member of the Isopoda
- Synonyms: keldermot, kelderzeug, muurvarken, steenmot, varkensbeest
- (uncommon) someone who urinates in bed; a bedwetter
- Synonym: bedplasser
- (dialectal) synonym of paardenbloem (“dandelion”)
- 1884, Julius Mac Leod, Leiddraad bij het onderwijzen en aanleeren der plantenkunde, Dullé-Plus, page 81.
- De pissebed of paardebloem (fig. 61) dient insgelijks als salade.
- (please add an English translation of this quotation)
- 1884, Julius Mac Leod, Leiddraad bij het onderwijzen en aanleeren der plantenkunde, Dullé-Plus, page 81.
Further reading
- pissebed on the Dutch Wikipedia.Wikipedia nl