steunbeer

Dutch

Etymology

Compound of steunen +‎ beer.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈstøːn.beːr/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: steun‧beer

Noun

steunbeer m (plural steunberen, diminutive steunbeertje n)

  1. (architecture) buttress
    • 2007, K. I. Ruige, Klei en oven: scheppen en geloven. Over de bakstenen van de middeleeuwse kerk van Hoorn (Terschelling)., 43.
      Voor het verkrijgen van de oorspronkelijke toestand van de koormuur, was het noodzakelijk om de later aangebrachte verzwaringen van de oorspronkelijke steunberen te verwijderen.

Hyponyms

  • schraagpilaar (flying buttress)