vraagteken

From Dutch vraagteken. Equivalent to vraag (“question”) +‎ teken (“sign, mark”).

• Audio:

  (file)

vraagteken (plural vraagtekens, diminutive vraagtekentjie)

1. question mark

• bevraagteken

From vraag +‎ teken, perhaps a calque of German Fragezeichen.

• IPA^(key): /ˈvraːxˌteː.kə(n)/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: vraag‧te‧ken

vraagteken n (plural vraagtekens, diminutive vraagtekentje n)

1. a question mark (?) [from late 16th c.]
2. something that is unknown or unclear, something unanswered [from 19th c.]

• Afrikaans: vraagteken