collectie
Néerlandais
Étymologie
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Dérivés
- archiefcollectie
- beeldencollectie
- bibliotheekcollectie
- boekencollectie
- capsulecollectie
- collectiebeheerder
- collectief
- collectiecatalogus
- collectiecentrum
- couturecollectie
- deelcollectie
- dvd-collectie
- eindexamencollectie
- fairtradecollectie
- fotocollectie
- haute-couturecollectie
- herencollectie
- herfstcollectie
- keurcollectie
- kledingcollectie
- kostuumcollectie
- kunstcollectie
- lentecollectie
- meubelcollectie
- museumcollectie
- najaarscollectie
- platencollectie
- precollectie
- privécollectie
- recollectie
- rijkscollectie
- schilderijencollectie
- stadscollectie
- studiecollectie
- tekeningencollectie
- textielcollectie
- topcollectie
- voorjaarscollectie
- wintercollectie
- zomercollectie
Taux de reconnaissance
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,2 % des Flamands,
- 99,1 % des Néerlandais.
Prononciation
- (Région à préciser) : écouter « collectie [kɔ.lɛk.si:] »
Références
- Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]
Cet article est issu de Wiktionary. Le texte est sous licence Creative Commons – Attribution – Partage à l’identique. Des conditions supplémentaires peuvent s’appliquer aux fichiers multimédias.