proberen
Néerlandais
Verbe
Présent | Prétérit | |
---|---|---|
ik | probeer | probeerde |
jij | probeert | |
hij, zij, het | probeert | |
wij | proberen | probeerden |
jullie | proberen | |
zij | proberen | |
u | probeert | probeerde |
Auxiliaire | Participe présent | Participe passé |
hebben | proberend | probeerd |
proberen \pɾo.be.ɾǝ:\
- Essayer.
De 27-jarige Broeders kon zich vrijdag met vier sprongen plaatsen voor de finale. Hij haalde 5,50 en 5,65 meter bij zijn eerste poging, maar moest twee keer proberen om 5,75 meter te overschrijden. Broeders heeft het Belgische record (5,85 meter) in handen.
— (« Een overzicht van zondagnacht: wereldrecords in polsstokspringen en op 100 meter horden » sur destandaard.be, le 25 juillet 2022. → lire en ligne)- La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)
Taux de reconnaissance
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,6 % des Flamands,
- 99,3 % des Néerlandais.
Prononciation
- (Région à préciser) : écouter « proberen [pɾo.be.ɾǝ:] »
- Pays-Bas (partie continentale) (Wijchen) : écouter « proberen [Prononciation ?] »
Références
- Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]
Cet article est issu de Wiktionary. Le texte est sous licence Creative Commons – Attribution – Partage à l’identique. Des conditions supplémentaires peuvent s’appliquer aux fichiers multimédias.