trans-Atlantisch

Néerlandais

Étymologie

Dérivé de Atlantisch, avec le préfixe trans-.

Adjectif

Forme Positif Comparatif Superlatif
Forme indéclinée trans-Atlantisch trans-Atlantischer
Forme déclinée trans-Atlantische trans-Atlantischere  
Forme partitive trans-Atlantisch trans-Atlantischers

trans-Atlantisch \Prononciation ?\

  1. Transatlantique.
    Zeventig jaar vrede en veiligheid in Europa, een stabiele trans-Atlantische relatie, vrijhandel en groeiende welvaart, een relatief veilige geopolitieke omgeving sinds 1991.  (David Criekemans, Geopolitieke kanttekeningen 2011-2018, en daarna : Een werel in volle geopolitieke transitie, Gompel&Svacina, ISBN 978-94-6371-076-3)

Prononciation

Cet article est issu de Wiktionary. Le texte est sous licence Creative Commons – Attribution – Partage à l’identique. Des conditions supplémentaires peuvent s’appliquer aux fichiers multimédias.