tussentaaltje
Néerlandais
Forme de nom commun
| Nombre | Singulier | Pluriel |
|---|---|---|
| Nom | tussentaal | tussentalen |
| Diminutif | tussentaaltje | tussentaaltjes |
tussentaaltje \Prononciation ?\) neutre
- Diminutif singulier de tussentaal.
- Veel taalkundigen (en andere Vlamingen) vrezen dat zowel hetzuivere AN (of zijn Vlaamse variant) als het dialect (of regiolect) aan het afzwakken zijn naar een minderwaardig "tussentaaltje". — (Bieke Olders, Dialect, tussentaal en standaardtaal op een Oostendse Lagere School, een sociolinguïstische etnografie van het lerarenkorps, Université de Gand, 2007)
- De nombreux linguistes (et d’autres Flamands) craignent que l’AN pur (ou sa variante flamande) et le dialecte (ou régiolecte) s’affaiblissent pour devenir une « langue intermédiaire » inférieure.
- Veel taalkundigen (en andere Vlamingen) vrezen dat zowel hetzuivere AN (of zijn Vlaamse variant) als het dialect (of regiolect) aan het afzwakken zijn naar een minderwaardig "tussentaaltje". — (Bieke Olders, Dialect, tussentaal en standaardtaal op een Oostendse Lagere School, een sociolinguïstische etnografie van het lerarenkorps, Université de Gand, 2007)
Cet article est issu de Wiktionary. Le texte est sous licence Creative Commons – Attribution – Partage à l’identique. Des conditions supplémentaires peuvent s’appliquer aux fichiers multimédias.