Äpfel

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Äpfel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛpfl̩/, (duidelijk uitgesproken) /ˈɛpfəl/
Woordafbreking
  • Äp·fel

Zelfstandig naamwoord

Äpfel mv

  1. nominatief, genitief en accusatief meervoud van Apfel
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.