åbiters

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ɔbiːtəʃ /
Woordafbreking
  • åbi·ters

Zelfstandig naamwoord

åbiters

  1. genitief onbepaald mannelijk meervoud van åbit
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.