бодяща

Bulgaars

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /boˈdʲaʃt̪ə/
Woordafbreking
  • бо·да

Werkwoord

бодяща

  1. onbepaalde vorm vrouwelijk enkelvoud tegenwoordig (onvoltooid) deelwoord van бода (bodá)
Schrijfwijzen
  • Latijnse transcriptie: bodjášta
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.