Absichten

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Absichten    (hulp, bestand)
  • IPA: /'apzɪçtn̩/
Woordafbreking
  • Ab·sich·ten

Zelfstandig naamwoord

Absichten mv

  1. nominatief, genitief, datief en accusatief meervoud van Absicht
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.