Affinitäten

Duits

Uitspraak
  • IPA: /afiniˈtɛːtn̩/, (duidelijk uitgesproken) /afiniˈtɛːtən/
Woordafbreking
  • Af·fi·ni·tä·ten

Zelfstandig naamwoord

Affinitäten mv

  1. nominatief, genitief, datief en accusatief van Affinität
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.