Angsthasen

Duits

Uitspraak
  • IPA: /ˈaŋsthaːzn̩/, (duidelijk uitgesproken) /ˈaŋsthaːzən/
Woordafbreking
  • Angst·ha·sen

Zelfstandig naamwoord

Angsthasen m, mv

  1. genitief, datief en accusatief enkelvoud van Angsthase
  2. nominatief, genitief, datief en accusatief meervoud van Angsthase
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.