Apfelkuchens

Duits

Uitspraak
  • IPA: /ˈapfl̩kuːχn̩s/, (duidelijk uitgesproken) /ˈapfəlkuːχəns/
Woordafbreking
  • Ap·fel·ku·chens

Zelfstandig naamwoord

Apfelkuchens m

  1. genitief enkelvoud van Apfelkuchen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.