Augenblicks

Duits

Uitspraak
  • IPA: /ˈaʊ̯gŋ̍blɪks/, of ook /ˌaʊ̯gŋ̍ˈblɪks/
Woordafbreking
  • Au·gen·blicks

Zelfstandig naamwoord

Augenblicks m

  1. genitief enkelvoud van Augenblick
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.