Sämlinge

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Sämlinge    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈzɛːmlɪŋə /
Woordafbreking
  • Säm·lin·ge
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

Sämlinge

  1. nominatief mannelijk meervoud van Sämling

Sämlinge

  1. genitief mannelijk meervoud van Sämling

Sämlinge

  1. nominatief mannelijk meervoud van Sämling
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.