aanbad
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanbad (hulp, bestand)
- IPA: / ˈambɑt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·bad
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanbidden |
aanbad
- enkelvoud verleden tijd van aanbidden
- Ik aanbad.
- Jij aanbad.
- Hij, zij, het aanbad.
- Ik aanbad.
Gangbaarheid
- Het woord aanbad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.