aanbaden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanbaden (hulp, bestand)
- IPA: / amˈbadə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·ba·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanbidden |
aanbaden
- meervoud verleden tijd van aanbidden
- Wij aanbaden.
- Jullie aanbaden.
- Zij aanbaden.
- Wij aanbaden.
Gangbaarheid
- Het woord aanbaden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.