aanbeval
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanbeval (hulp, bestand)
- IPA: / ˈambəˌvɑl / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·be·val
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanbevelen |
aanbeval
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanbevelen
- ... dat ik aanbeval.
- ... dat jij aanbeval.
- ... dat hij, zij, het aanbeval.
- ... dat ik aanbeval.
Gangbaarheid
- Het woord aanbeval staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.