aanbleef
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanbleef (hulp, bestand)
- IPA: / ˈamblef / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·bleef
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanblijven |
aanbleef
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanblijven
- ... dat ik aanbleef.
- ... dat jij aanbleef.
- ... dat hij, zij, het aanbleef.
- ... dat ik aanbleef.
Gangbaarheid
- Het woord aanbleef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.