aanblijf

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanblijf    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈamblɛivə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·blijf

Werkwoord

vervoeging van
aanblijven

aanblijf

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanblijven
    • ... dat ik aanblijf. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanblijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.