aanblikt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanblikt (hulp, bestand)
- IPA: / ˈamblɪkt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·blikt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanblikken |
aanblikt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanblikken
- ... dat jij aanblikt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanblikken
- ... dat hij aanblikt.
Gangbaarheid
- Het woord aanblikt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.