aanbouwde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanbouwde (hulp, bestand)
- IPA: / ˈambɑuwdə / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·bouw·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanbouwen |
aanbouwde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanbouwen
- ... dat ik aanbouwde.
- ... dat jij aanbouwde.
- ... dat hij, zij, het aanbouwde.
- ... dat ik aanbouwde.
Gangbaarheid
- Het woord aanbouwde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.