aanbrandde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanbrandde    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈambrɑndə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·brand·de

Werkwoord

vervoeging van
aanbranden

aanbrandde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanbranden
    • ... dat ik aanbrandde. 
    • ... dat jij aanbrandde. 
    • ... dat hij, zij, het aanbrandde. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanbrandde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.