aanbrast
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanbrast (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·brast
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanbrassen |
aanbrast
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbrassen
- ... dat jij aanbrast.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbrassen
- ... dat hij aanbrast.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanbrast' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.