aaneenbleef

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aaneenbleef    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aan·een·bleef

Werkwoord

vervoeging van
aaneenblijven

aaneenbleef

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aaneenblijven
    • ... dat ik aaneenbleef. 
    • ... dat jij aaneenbleef. 
    • ... dat hij, zij, het aaneenbleef. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'aaneenbleef' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.