aaneengeslotens

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aaneengeslotens    (hulp, bestand)
  • IPA: /anˈenɣəˌslotə(n)s/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·een·ge·slo·tens

Bijvoeglijk naamwoord

aaneengeslotens

  1. partitief van de stellende trap van aaneengesloten
    • Dat is iets aaneengeslotens... 

Gangbaarheid

  • Het woord 'aaneengeslotens' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.