aaneengrensde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aaneengrensde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aan·een·grens·de

Werkwoord

vervoeging van
aaneengrenzen

aaneengrensde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aaneengrenzen
    • ... dat ik aaneengrensde. 
    • ... dat jij aaneengrensde. 
    • ... dat hij, zij, het aaneengrensde. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'aaneengrensde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.