aaneenklonken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aaneenklonken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aan·een·klon·ken

Werkwoord

vervoeging van
aaneenklinken

aaneenklonken

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aaneenklinken
    • ...dat wij aaneenklonken. 
    • ...dat jullie aaneenklonken. 
    • ...dat zij aaneenklonken. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'aaneenklonken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.