aaneenplakte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aaneenplakte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·een·plak·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aaneenplakken |
aaneenplakte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aaneenplakken
- ... dat ik aaneenplakte.
- ... dat jij aaneenplakte.
- ... dat hij, zij, het aaneenplakte.
- ... dat ik aaneenplakte.
Gangbaarheid
- Het woord 'aaneenplakte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.