aanfloep
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanfloep (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱflup / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·floep
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanfloepen |
aanfloep
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanfloepen
- ... dat ik aanfloep.
Gangbaarheid
- Het woord aanfloep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.