aangaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aangaat    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaŋɣat/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·gaat

Werkwoord

vervoeging van
aangaan

aangaat

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangaan
    • ... dat jij aangaat. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangaan
    • ... dat hij aangaat. 

Gangbaarheid

  • Het woord aangaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.