aangroeiden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aangroeiden    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaŋɣrʏjdə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·groei·den

Werkwoord

vervoeging van
aangroeien

aangroeiden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aangroeien
    • ...dat wij aangroeiden. 
    • ...dat jullie aangroeiden. 
    • ...dat zij aangroeiden. 

Gangbaarheid

  • Het woord aangroeiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.