aanhechtten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanhechtten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanhɛxtə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·hecht·ten

Werkwoord

vervoeging van
aanhechten

aanhechtten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanhechten
    • ...dat wij aanhechtten. 
    • ...dat jullie aanhechtten. 
    • ...dat zij aanhechtten. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanhechtten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.