aanhorigheidje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanhorigheidje    (hulp, bestand)
  • IPA: /anˈhorəxhɛicə/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·ho·rig·heid·je

Zelfstandig naamwoord

hetaanhorigheidjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanhorigheid

Gangbaarheid

  • Het woord 'aanhorigheidje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.