aankalkte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aankalkte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·kalk·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aankalken |
aankalkte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aankalken
- ... dat ik aankalkte.
- ... dat jij aankalkte.
- ... dat hij, zij, het aankalkte.
- ... dat ik aankalkte.
Gangbaarheid
- Het woord 'aankalkte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.