aankeken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aankeken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaɲkekə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·ke·ken

Werkwoord

vervoeging van
aankijken

aankeken

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aankijken
    • ...dat wij aankeken. 
    • ...dat jullie aankeken. 
    • ...dat zij aankeken. 

Gangbaarheid

  • Het woord aankeken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.